Extra koekje…
Ik bel aan bij mevrouw Ruiterse. Als ze opendoet, zie ik dat ze heeft gehuild. Ze heeft de thee al klaargezet en begint haar verhaal zodra ik zit. “Het is niet eerlijk. Ik werk heel hard en ze zien me niet eens staan.” Op mijn vraag wat er is gebeurd, antwoordt ze: “Ik vind het echt wel fijn om voor de oude mensen koffie en thee in te schenken en te helpen, maar het personeel nodigt mij nooit uit voor de koffiepauze. Ik lijk alleen een werksloof te zijn.”
Ik zie dat het haar raakt. Ze is boos en verdrietig. Ik vraag wat haar zo verdrietig maakt. Oud zeer is weer naar boven gekomen. Ze huilt en vertelt door haar tranen heen over vroeger.
Ik zie hoe haar schouders zakken. Het verdriet over vroeger komt naar boven, terwijl ik ook boosheid hoor doorklinken. Met tranen in haar ogen deelt ze verhalen over een leven vol strijd om erbij te horen.
“Wat naar en verdrietig”, zeg ik.
Mevrouw Ruiterse zegt: “Ik werk heel hard en ze zien me niet eens staan. Waarom zou ik er dan gaan werken?”
Ik ben er stil van en erken het verdriet. Als we samen even stil zijn, vraag ik: “Is er iemand van de bewoners in het zorgcentrum waar je extra voor wilt zorgen?” Haar hoofd komt wat omhoog. “Ja”, zegt ze. “De mevrouw in de hoek van de huiskamer. Ze zit altijd stil, maar ze bedankt me altijd voor haar kopje thee en ik leg er soms een extra koekje bij.”
“Waarom geef je deze mevrouw een extra koekje?” Haar ogen beginnen nu een beetje te glinsteren. “Dat is ons geheim. Ze geeft mij soms een snoepje en een knipoogje. Ze ziet me.”
“Wat mooi, dat jullie elkaar gevonden hebben.”
“En toch is het niet eerlijk”, zegt ze.
We maken een nieuwe afspraak. En als ik buiten door de regen loop, voel ik hoe ze me kan raken in haar onmacht en dat dit het is.
Zeggenschap is ook het gevoel dat je gezien en erkend wordt in wie je bent en wat je bijdraagt. We willen graag dat de cliënten participeren in de maatschappij en daar hoort ook aandacht bij voor wat zij dan specifiek nodig hebben.
Als geestelijk verzorger kan ik er soms even zijn, ruimte maken voor het leed dat niet op te lossen is. Het delen en zoeken naar: wat er is aan de hand. Er is geen oplossing voor de mensen die net niet mee kunnen doen in onze ‘snelle’ maatschappij, maar die wel van waarde zijn. Die waarde, daar mag ik als geestelijk verzorger even het licht op zetten. Ik heb een mooi vak.